Ajax heeft dinsdagavond voor een kleine verrassing gezorgd in de Champions League. De Amsterdammers speelden in München met 1-1 gelijk, maar gezien de grote kansen die de Amsterdammers wisten te creëren zal een dubbel gevoel overheersen bij Ajax. Bayern München kwam al na vijf minuten spelen op voorsprong via Mats Hummers, maar Noussair Mazraoui bepaalde in de 22e minuut de uiteindelijke stand op 1-1.
De thuisploeg schoot daadwerkelijk uit de startblokken. Eerst kreeg Ribery een kans bij de tweede paal die het zijnet in ging en daarop volgde een schot van Robben waar Onana uitstekend redding op wist te brengen. Een minuut later was echter alsnog raak toen Hummels een voorzet van Robben tegen de touwen wist te knikken. Na de 1-0 kreeg Ajax echter meer grip op de wedstrijd. Dit leidde al tot een goede kans voor Tadic en een afstandsknal van Ziyech en in de 22e minuut maakte Mazraoui na een goede één-twee de verdiende gelijkmaker. Beide teams creëerden de rest van de eerste helft geen hele grote kansen meer.
In de openingsfase van de tweede helft was het dit keer Ajax dat uit de startblokken schoot. Eerst was het Tadic die op aangeven van Neres moest scoren, maar hij raakte de bal uit de lucht verkeerd. Direct daarna kwam Tagliafico in een honderd procent scoringskans terecht, maar ook hij vond Neuer op zijn weg. De wedstrijd golfde vervolgens op en neer waarbij invallers Gnabry en James Rodriquez dichtbij en doelpunt waren, maar vooral Ajax maakte aanspraak op de zege. Van de Beek kreeg honderd procent kans wel langs Neuer, maar ook langs het doel en kort daarvoor werd bijna een eigen doelpunt gemaakt door Alaba waarbij Neuer op hachelijke wijze wist te redden. In de blessuretijd ramde Schöne nog een vrije trap op de lat en daar bleef het bij: 1-1.
Opstelling Ajax:
Onana; Mazraoui, De Ligt, Wöber, Tagliafico; Van de Beek (75′ De Wit), Schöne, Blind; Ziyech, Tadic en Neres (84′ Dolberg)