Olympisch Stadion
In 1928 organiseerde Amsterdam de Olympische Zomerspelen. In Amsterdam Oudzuid werd, een jaar voor de Spelen, het Olympisch Stadion gebouwd. Na de spelen maakte Ajax veelvuldig gebruik van het stadion. Tijdens de thuiswedstrijden tegen Feyenoord, PSV en buitenlandse clubs werd Stadion de Meer ingeruild voor het Olympisch Stadion.
Na de Spelen werd het Olympisch Stadion het voetbalstadion van Amsterdam. FC Blauw-Wit Amsterdam, AFC DWS en FC Amsterdam gebruikten het stadion als thuisfront. Ajax maakte 1957 tussen en 1996 regelmatig gebruik van de Olympische grond. Tijdens vele Europese wedstrijden en de toppers tegen Feyenoord en PSV stapten de Amsterdammers over naar het stadion, aangezien Stadion de Meer te weinig toeschouwers kon herbergen voor een topwedstrijd. Ook AZ’67 maakte tijdens haar Europese wedstrijden gebruik van het stadion.
Het stadion had een sintelbaan. Het grootste herkenningspunt is de toren op de Marathonpoort, wat in 1928 de Olympische vlam in vuur hield. Het stadion had oorspronkelijk 32.000 plaatsen, maar dat werd, nadat Stadion de Kuip werd gebouwd, naar 64.000 plaatsen uitgebreid. Op dit moment is het Olympisch Stadion teruggebracht naar haar eerste capaciteitsaantal. Jaarlijks vieren de Suriprofs haar actie voor het goede doel in het stadion. Ook Phanos maakt nog gebruik van het stadion.
Ajax en het Olympisch Stadion doen denken aan de legendarische mistwedstrijd tegen Liverpool. In de dichte mist declasseerde Ajax in 1966 het grote Liverpool met 5-1. Cees de Wolf, Johan Cruijff, Henk Groot en twee maal Klaas Nuninga vonden de weg langs de Britse doelman. In de UEFA Cup-finale van 1992 kende Ajax een bloedstollend spannend duel tegen Torino. De Italianen raakten driemaal de paal en lat, maar Ajax hield stand en won de UEFA Cup, de een-na-laatste Europese prijs die Ajax won.
Het was niet de enige voetbalprijs die in het stadion werd gewonnen. In 1962 won Benfica de Europa Cup I door met 5-3 van Real Madrid te winnen. Hamburger SV won in 1977 met 2-0 van RSC Anderlecht, waardoor de Duitsers de Europa Cup II wonnen. In 1954 begon de Tour de France in het Olympisch Stadion. Wout Wagtmans won de etappe, maar reed de Ronde van Frankrijk niet uit. Topfavoriet Louison Bobet won de prestigieuze Ronde uiteindelijk. Net als het jaar daarvoor en het jaar dat erop zou volgen.