Kenny Tete, Jaïro Riedewald, Riechedly Bazoer en Anwar El Ghazi waren onder Frank de Boer regelmatig basisspeler. Onder zijn opvolger Peter Bosz kwamen ze minder aan de bak. De voormalige Ajax-coach Bosz had het alleen moeilijk om Riedewald op de bank te zetten.
De vier spelers waren toen allen grote talenten die een grote transferwaarde vertegenwoordigden. Toch kreeg Bosz nooit de opdracht om ze daarom op te stellen. “Nee, en daar zou ik ook niet naar hebben geluisterd. Wat een onzin. Dan staan er toch nieuwe jongens op die meer waard worden?”, zegt Bosz in een interview met Helden.
“Ik had geen voorkeuren, kende die jongens persoonlijk allemaal niet. Maar zo gaan die dingen tijdens de ontwikkeling van een elftal. De enige met wie ik moeite had om hem te passeren, was Riedewald”, aldus de huidige coach van Borussia Dortmund. “Omdat Jaïro bij mij in het begin goed speelde. En ik heb hem naar het middenveld doorgeschoven omdat ik niet tevreden was over ons middenveld.”
“Toen het elftal in elkaar begon te vallen, viel hij er op een gegeven moment buiten. Maar dat kwam niet omdat Jaïro slecht speelde. Daarom heb ik daar moeite mee gehad. Bij de anderen was het een kwestie van presteren, zij deden dat niet goed genoeg in het begin van het seizoen,” aldus Bosz. Tete (Lyon), Riedewald (Crystal Palace), Bazoer (Wolfsburg) en El Ghazi (Lille) spelen nu allen, met wisselend succes, in het buitenland.
Forum: Ajax: Seizoen 2017/18 (Lid worden? Klik hier!)