Geschreven door Peter van Remmen – Uitgave: 29 juli 2010 15:15 – Bron: Ajaxinside.nl
Op 6 maart 1984 werd Daniël geboren in Amsterdam en op zijn elfde kwam De Ridder bij Ajax in de D1 terecht. Daarvoor speelde hij voor AFC in de D1, waar De Ridder werd gescout tijdens een wedstrijd tegen de D2 van Ajax. Hij doorliep de gehele jeugdopleiding van de Amsterdammers, sloeg onder andere de A2 over om zich direct te voegen bij de A1 van Danny Blind en speelde ook daarvoor overal in de eerste elftallen van zijn leeftijdscategorie. De buitenspeler maakte een bliksemontwikkeling door. Met de A1 werd De Ridder in 2002 kampioen van de Shell Junioren Eredivisie. “Vanaf dat moment had ik het gevoel dat ik een echt contract zou kunnen krijgen. Het was de erkenning van mijn talent. In de A1 kon ik vanaf het begin goed meekomen. Dat gaf ook veel vertrouwen”, vertelt De Ridder die 26 wedstrijden speelde en tien maal wist te scoren. Naast zijn voetbalcarrière was de Amsterdammer ook gefocust op school. In zijn kampioensjaar met de A1 wist hij zelfs zijn gymnasiumdiploma te behalen.
De volgende stap was de overstap van de jeugdopleiding naar Jong Ajax. Daar kon De Ridder zich daadwerkelijk in de kijker gaan spelen van het eerste elftal. Op 21 oktober 2002 maakte hij zijn debuut voor de beloftes tegen de leeftijdsgenoten van Willem II. Met zijn talent maakte hij veel indruk bij de technische staf en De Ridder kreeg op 6 februari 2003 een tweejarig contract aangeboden. “Vandaag ben ik ongelooflijk blij. Dit is fantastisch. Hier heb ik al die jaren keihard voor gewerkt. Soms was het heel zwaar, omdat ik er mijn opleiding gymnasium naast het voetballen bij deed. Met de steun van mijn ouders heb ik het gered.” De Ridder tekende het contract met een optie voor nog twee jaren verlenging en bijna een jaar later was het debuut voor de technische rechtspoot in het eerste elftal een feit.
Zijn debuut op 21 januari 2004, uit tegen Roda JC, kon niet op tegen zijn thuisdebuut vier dagen later. In de Amsterdam ArenA stond De Ridder vanaf de eerste minuut op het veld en werd hij met 52% van de stemmen verkozen tot Man of the Match tegen NEC. “Al mijn dromen zijn vandaag op een fantastische manier uitgekomen”, glunderde hij na afloop. Langzaamaan veroverde De Ridder een basisplek en ook de harten van de supporters. Met zijn passeerbewegingen, fijne traptechniek en het feit dat hij een ras-Ajacied is, maakte hem geliefd bij het Amsterdamse publiek. In het met 2-5 gewonnen duel tegen Willem II, op 15 mei 2004, scoorde De Ridder zijn eerste doelpunt in het eerste elftal van de Amsterdammers. Ook zijn Champions League debuut luisterde hij op met een treffer tegen Maccabi Tel Aviv op 28 september 2004. Toenmalig trainer Ronald Koeman zag het in De Ridder zitten en de optie in zijn contract werd gelicht. Koeman vertrok echter na tegenvallende resultaten en Blind werd zijn vervanger.
Vanaf dat moment ging het bergafwaarts met de carrière van de inmiddels 25-jarige Amsterdammer. Onder Blind kwam De Ridder maar weinig aan spelen toe. Het gerucht ging, dat beiden met elkaar in de clinch hebben gelegen in hun periode bij de A1. De buitenspeler wilde vertrekken en op 31 augustus 2005 tekende hij een contract voor vijf jaar bij Celta de Vigo. Ook Olympique Lyon, Newcastle United, Tottenham Hotspur en Olympique Marseille toonde interesse in De Ridder. In Spanje wist hij, door veel blessureleed, niet echt door te breken. Twee seizoenen, twintig wedstrijden en één doelpunt later degradeerde Celta de Vigo. Een clausule in het contract van De Ridder zorgde ervoor dat hij transfervrij kon vertrekken. Henk ten Cate heeft hem geprobeerd naar Ajax terug te halen, maar hij koos voor een avontuur bij het Engelse Birmingham City.
Steve Bruce, toenmalig trainer van The Blues, had hem gescout tijdens het EK-21 in Nederland in 2007. De Ridder begon het toernooi op de bank, maar al in zijn eerste invalbeurt liet hij zien in goede vorm te verkeren. Hij kreeg van Foppe de Haan een basisplek toegewezen voor de rest van het toernooi. De Ridder was belangrijk voor Jong Oranje en met name in de finale was hij van onschatbare waarde voor zijn landgenoten. Met drie assists van de vier treffers werd hij de grote man bij de overwinning van het toernooi. In Birmingham kreeg hij veel vertrouwen van de oefenmeester. Bruce was lyrisch over zijn aankoop. “Hij is een geval apart, een echte publiekslieveling. Iedereen loopt weg met spelers die met dribbels tegenstanders in de maling kunnen nemen. Het spel van De Ridder lijkt op dat van Giggs”, aldus een complimenterende trainer. Nadat De Ridder bij een trainerswissel bij Ajax en een trainerswissel bij Celta de Vigo op een zijspoor was geraakt, bleef dit onheil hem volgen. Bruce vertrok halverwege het seizoen naar Wigan Athletic en nieuwbakken trainer Alex McLeish stelde De Ridder niet meer op.
In de zomer van 2008 werd de oud-Ajacied uit zijn lijden verlost. En wederom was het Ajax dat een poging deed hem vast te leggen, maar De Ridder vond het te vroeg voor een terugkeer. Hij volgde zijn oud-trainer Bruce naar The Latics waar hij nog altijd actief is. Dit seizoen heeft de Amsterdammer te kampen gehad met enkele blessures, maar speelde toch al achttien wedstrijden mee. Zal De Ridder volgend seizoen definitief doorbreken? Of blijft hij het eeuwige talent?
Dit artikel is op 16 mei 2009 gepubliceerd als special op Ajaxinside.nl en is, door de huidige geruchten over een eventuele terugkeer van De Ridder bij de club, nu opnieuw geplaatst. Sinds mei 2009 staat de De Ridder nog altijd onder contract bij Wigan Athletic. In de eerste seizoenshelft van het seizoen 2009/2010 kwam de buitenspeler niet in actie. Roberto Martinez, trainer van The Latics, ziet het om onbekende redenen niet in hem zitten. De tweede seizoenshelft werd de oud-Ajacied verhuurd aan Hapoel Tel Aviv. Met die club pakte De Ridder de landstitel en veroverden ze de nationale beker. In Israël is hij weer opgeleefd waardoor Ajax interesse heeft gekregen in de Amsterdammer. Eventuele nog ontbrekende feiten over de carrière van De Ridder sinds de eerste publicatie, kun je hieronder als reactie plaatsen.