Vaclav Cerny maakte afgelopen woensdag zijn rentree in het eerste elftal in de bekerwedstrijd tegen Go Ahead Eagles. Voor de Tsjech voelt dat als een prachtige volgende stap nadat hij bijna een jaar was uitgeschakeld met een knieblessure. “Het voelde wel heel apart woensdag. Na een jaar stond ik weer in de Arena. En ik wilde te graag”, blikt hij tegenover de NOS terug op het gewonnen bekerduel waarin hij een uur in actie kwam.
Een week geleden keerde de buitenspeler terug op de plek waar hij ernstig geblesseerd raakte. Met Jong Ajax speelde hij uit bij FC Volendam. Cerny heeft lang getwijfeld of hij daar weer wilde voetballen. “Ik had het er ook met Daley Sinkgraven over. Hij zei iets moois: ‘Je kan de angst overwinnen als je daarheen gaat. Juist naar die plek. Minuten maken en bijvoorbeeld scoren of gewoon goed spelen’. En naar hem heb ik geluisterd. Ik heb gezegd: oké, ik ga spelen.” En de aanvaller scoorde ook nog. “Persoonlijk was het daarom een overwinningsgevoel. Want ik zat er echt mee. Ik was superblij dat ik het had gedaan en ik speelde een prima wedstrijd.”
Cerny verwacht voorlopig vooral met Jong Ajax te spelen, want de concurrentie in het eerste elftal is hevig. “Hakim, Dusan en David spelen erg sterk. Ik ben realistisch genoeg om te beseffen dat ik terugkom van een zware blessure en ik heb gezien hoe hun niveau is op het veld. Ze spelen hartstikke goed. Ik moet echt mijn best doen om met hun de strijd aan te gaan. En zover ben ik op dit moment nog niet.” Toch gaat hij er voor honderd procent voor. “Ik heb bijna een jaar geen bal aangeraakt. Er zijn veel dingen waar ik nog aan moet wennen. Geloof me. Maar het is nu geen excuus meer.”
Hij vervolgt: “Weet je? Ik heb het voetballen zo erg gemist. Ik wil nu vooral genieten dat ik weer dagelijks op het veld kan staan. Ik wil gewoon beter worden en plezier maken. En als ik plezier heb, dan zien de trainers dat. Misschien kan ik dan na de winterstop of misschien zelfs nog voor de winterstop belangrijk zijn voor het team.”