Rafael van der Vaart is gestopt als profvoetballer. Dat vertelt hij in gesprek met Voetbal International. “Afgelopen donderdag liep ik een kuitblessure op tijdens de training met Esbjerg. In de periode ervoor was het ook al vaak blessure hier en blessure daar. Na die laatste was ik het zat”, aldus de oud-Ajacied. “Ik heb altijd gezegd dat ik zo lang mogelijk wilde blijven voetballen. Maar ik heb óók gezegd dat ik zomaar op een ochtend wakker kon worden met de gedachte: Het is leuk geweest. Dat moment kwam afgelopen week.”
De 35-jarige middenvelder speelde in zijn carrière 546 officiële wedstrijden in het clubvoetbal en 109 interlands. In totaal maakte hij daarin 200 doelpunten en gaf ook nog eens 139 assists. Voor het eerste elftal van Ajax, waar hij ook de jeugdopleiding doorliep, kwam hij 156 keer in actie. “Het hoge woord is eruit. Maar het gevoel dat absoluut overheerst is dankbaarheid. Ik heb in topcompetities bij prachtige clubs gespeeld, in de mooiste stadions, met Oranje heb ik geweldige dingen meegemaakt. Nu we het erover hebben word ik ook wel sentimenteel. Omdat het zó mooi is geweest allemaal. Een dergelijke carrière gun ik iedereen.”
Van der Vaart is intussen ook bezig met een nieuwe toekomst, die sowieso in het voetbal zal liggen. “Zelf blijf ik mijn werk als tv-analyticus doen. Dat bevalt goed. En ik wil mijn trainersdiploma gaan halen. Het voetbal blijft natuurlijk trekken en ik denk dat ik ook als trainer genoeg te bieden heb. Onder meer vanwege mijn ervaringen in het topvoetbal en met toptrainers. Ik besef dat er bij het trainerschap nog veel meer komt kijken, maar kennis van het spel op het hoogste niveau heb ik alvast. De andere aspecten wil ik graag leren. Hopelijk is er een plekje op de trainersopleiding.”
