De Club
Op 18 maart 1900 werd AFC Ajax opgericht door Floris Stempel, Han Dade en Carel Reeser. De club ging eerder als Union door het leven, maar sinds 1900 werd de club erkend door de KNVB. Ruim honderd jaar later is Ajax de succesvolste club uit Nederland, met een bomvolle prijzenkast, vol nationale en internationale titels. In het buitenland is Ajax een ploeg met enorme faam, hoewel het de laatste jaren een stuk minder gaat.
Ajax speelde sinds 1902 in de Watergraafsmeer. Langzaam groeide de club richting de hoogste voetbalklasse. In 1918 werden de Amsterdammers voor het eerst kampioen van Nederland. Sterspeler Jan de Natris was er die dag niet bij. De geboren Amsterdammer mistte de trein en ontving een boete van tien cent. In de jaren dertig kende Ajax haar eerste succesjaren. Onder meer met Piet van Reenen en Wim Andriesen. Na de oorlog moest Ajax in de wederopbouw. Ajax bungelde onderaan in de competitie, totdat Jaap van Praag de nieuwe voorzitter werd.
Het Gouden Ajax maakte vanaf 1965 furore. Van Praag stelde Rinus Michels als trainer aan. Een succesvolle zet. Onder het bewind van Michels maakte Ajax een doorstart en bereikte de wereldtop. Vier jaar na de aanstelling van De Generaal behaalde Ajax de finale van de Europa Cup I, waar van AC Milan werd verloren. Twee jaar later won Ajax deze titel wel, maarliefst drie keer op rij. Panathinaikos, Internazionale en Juventus moesten buigen voor het elftal van onder meer Cruijff, Keizer, Krol, Swart en Neeskens.
Nadat Michels’ opvolger, Stefan Kovács, de aanvoerdersband, op aanvraag van de selectie, aan Keizer gaf vertrok Cruijff woedend naar FC Barcelona. Ajax raakte in een dip en zakte op Europees niveau terug. In 1987, met Cruijff als hoofdcoach, won Ajax de Europa Cup II. In de finale werd Lokomotiv Leipzig verslagen. Na een het staafincident won Ajax in 1992 de UEFA Cup. Drie jaar later kende Ajax haar meest succesvolle seizoen. Louis van Gaal leidde zijn ploeg naar de landstitel, de UEFA Champions League, de Intercontinental Cup en de Nederlandse Supercup.
Nadat Van Gaal naar FC Barcelona vertrok kwam de club in zwaar weer. Onder het beleid van Morton Olsen kende Ajax nog enig succes, maar daarna ging het bergafwaarts met Ajax. Co Adriaanse kreeg Ajax niet aan de praat, Ronald Koeman deed het redelijk en Danny Blind, Henk ten Cate, Adrie Koster, Marco van Basten en Martin Jol kregen de ploeg niet aan het voetballen. Frank de Boer is sinds december 2010 de hoofdtrainer. Het is zijn eerste klus als hoofdtrainer van een eerste elftal en pakte direct de dertigste landstitel.
Gedurende het seizoen 2011/2012 kwam de Raad van Commissarissen zwaar onder vuur te liggen door mede-commissaris Johan Cruijff. Hij zag vele van zijn voorgestelde plannen worden afgewimpeld en besloot om de positie van alle commissarissen ter discussie te stellen. Op 9 februari 2012 kwam het verlossende woord: de voltallige Raad van Commissarissen van Ajax maakte bekend op te gaan stappen. Vanaf dat moment begon ook de ploeg van Frank de Boer aan een zegereeks die door niemand kon worden gestuit. Dit leidde tot een nieuw kampioenschap.