Jari Litmanen is deze week te vinden in Nederland. Hij bracht ook uitgebreid een bezoek aan Sportcomplex De Toekomst. Daar is veel veranderd ten opzichte van de tijd dat hij voor Ajax speelde. “In mijn tweede periode zaten we met het eerste een soort van afgesloten in de Amsterdam ArenA. Het voelde alsof je een beetje weg was van de club Ajax. Je merkt nu weer wat Ajax altijd is geweest: een leuke club waar iedereen welkom is”, aldus de Fin op de clubsite van de Amsterdammers. “Het voelt weer een beetje zoals in De Meer, waar iedereen vol lof over was. Iedereen was dichtbij elkaar en aanwezig.”
Litmanen adviseert de Finse voetbalbond en probeert in Nederland ook ideeën op te doen. Volgens de voormalig profvoetballer staat het Nederlands voetbal er helemaal niet slecht voor. “Het Nederlands voetbal is nog steeds internationale top. De Nederlanders zeggen alleen dat het niet zo is. Nederland heeft de WK-finale in 2010 gehaald en brons in 2014. Nu is er wat tegenslag, maar zo gaat dat nu eenmaal in voetbal en het leven. We moeten niet vergeten dat het grote verschil tussen Nederland en al die andere toplanden een kwestie van geld is. In Engeland, Spanje, Frankrijk, Duitsland en Italië zit heel veel geld, veel meer dan in Nederland.”
Hij vervolgt: “In Spanje, Duitsland, Engeland en Italië blijven de topspelers vooral in eigen land. Nederland heeft ook veel grote voetballers voor het buitenland afgeleverd. Het Nederlands elftal staat nu vierde in de poule, maar zo slecht is die ploeg niet. Er staan nog steeds spelers bij AS Roma, Liverpool, Bayern München en Lazio Roma in de basis, en daarnaast een aantal jongens bij Nederlandse topclubs. Die hebben wij in Finland niet.”
