Voetbal is, net als elke topsport, vaak genoeg magisch. Het onverwachte succes van Ajax onder Ten Hag in de Champions League, de wonderschone traptechniek van Messi of de absurde acceleratie van Mbappé.
Maar talent is geen garantie voor volwassen gedrag. Astronomische transfersommen en salarissen evenmin.
Leiderschap, laten we volwassen gedrag zo maar even noemen, is een zwaar onderontwikkeld fenomeen in een wereld waar het grote geld heerst, maar professionaliteit vaak ontbreekt.
Prof zijn is iets anders dan professioneel zijn.
Dat laatste is niet alleen je uitzonderlijke talent benutten, maar je ook aan bepaalde gedragscodes houden. Goed fatsoen. Voor, tijdens en na het beoefenen van je vak. Op het veld, in een interview, op social media.
Je hebt bovendien een voorbeeldfunctie. Zeker bij een immens populaire sport als voetbal.
Dat bewustzijn lijkt in de voetbalwereld ver te zoeken.
Dat is internationaal zo: zinloos protesteren bij scheidsrechters, ellenlang op de grond liggen, opstootjes aan de lopende band (wanneer besluit de FIFA dat elke keer rollen of klagen geel is?), maar nationaal lijkt het nog erger.
De competitiewedstrijd PSV – Ajax op 23 april leek al een uit de hand gelopen kleuterruzie, de bekerfinale van zondag 30 april was helemaal om je kapot te ergeren.
Niet alleen vanwege het bij vlagen extreme kinderachtige gedrag in het veld. Wat ik minstens zo erg vond, waren de reacties van trainers en spelers na afloop.
Waar je een veroordeling verwacht, praatten zowel Van Nistelrooij als Heitinga het gedrag min of meer goed. “Het hoort erbij.” Heitinga gebruikte woorden die je als trainer misschien beter niet op tv zegt. Verongelijkte kleuters die het opnamen voor hun vriendjes op het veld.
De PSV-trainer presteerde het zelfs om de schuld gedeeltelijk bij de media te leggen. Pure lafheid.
Luuk de Jong antwoordde op een terechte vraag van Hans Kraaij dat het toch logisch is dat hij zo reageert als iemand je zoiets aandoet. Niet te volgen slachtoffergedrag.
Tadic rolt al jarenlang over het veld alsof z’n enkel gebroken is, maar volgens mij heeft hij nog nooit een serieuze blessure gehad. Hij lokt opstootjes uit of is er als de kippen bij. Altijd te porren voor een duw of om verhaal te halen bij de scheidsrechter. De kinderachtigheid zelve.
Tadic en De Jong moet je per direct de aanvoerdersband afnemen.
Op 30 april ging het weer lekker op z’n Hollands: er overheen praten. Het wegwuiven. Niemand geeft thuis als je de verantwoordelijken erop aanspreekt.
Gedrag slaat over. Jonge kinderen adoreren en imiteren hun voetbalhelden. Supporters op hun manier ook. Twitteraars van elke club verdedigen vol passie hun helden.
Wangedrag goedpraten, is het voorbeeld waar mensen zich aan spiegelen. Zo bepalen spelers en trainers mede de grens van hoe ver je kunt gaan. Zij zijn mede-opvoeders, of ze nou willen of niet.
Als spelers en trainers het niet snappen, zou je op z’n minst een directielid verwachten die een statement maakt. Maar ook dat is er nog niet van gekomen.
Uiteraard spelen voetbalbonden en scheidsrechters ook een rol in de oplossing. Bedenk veel strengere regels als in andere sporten en laat ze handhaven door de scheidsrechters. Het een is ook gevolg van het ander.
Leiderschap is lef. Je durven uitspreken ondanks dat je weet dat je je niet populair maakt. Maar die lef valt al maanden en zeker dit weekend in geen velden of wegen te bekennen.
Het voetbal snakt naar leiderschap. Die komt niet als donderslag bij heldere hemel aan vliegen als de resultaten veranderen en de frustratie afneemt. Het probleem zit dieper.
We hebben dus een verlosser nodig. Of liever, een aantal verlossers. Want de magische formule van laf naar lef is er niet.
Het zal van verschillende kanten moeten komen. Spelers, trainers, directies. bonden en scheidsrechters.
Tot die tijd zullen we het nog met laf geklaag en geduw moeten doen. Nog een paar wedstrijden. Ik zou bijna zeggen, gelukkig.
Geschreven door forumlid en columnist Diederik.